top of page

Anna Woltz | Alaska

  • levenmetepilepsie
  • 23 nov 2016
  • 4 minuten om te lezen

Vandaag deel ik graag een boeken tip met jullie. De titel zegt het al, schrijfster Anna Woltz schreef het boek Alaska. Haar allernieuwste boek. Ik nam contact met haar op, want het gaat over Sven en Sven heeft epilepsie. Ik ben erg blij met haar uitleg hoe haar boek tot stand is gekomen.

Ik ben Anna Woltz, 34 jaar. Ik heb 21 kinder- en jeugdboeken geschreven. Vorige maand won mijn boek Gips de Gouden Griffel, en toen kwam ook mijn allernieuwste boek uit: Alaska.

Alaska gaat over bang zijn. En over moed. Sven van dertien heeft epilepsie; een jaar geleden begonnen zijn aanvallen opeens. En nu vraagt hij zich af hoe hij daarmee moet leven. Dit is de allereerste bladzijde van het boek:

Dit is het plan voor vandaag: in de eerste vijf uur iets zó briljants doen, dat de hele school meteen weet wie ik ben. Ze moeten me kennen, voordat ze over me horen.

Ik heb geen idee hoe ik het ga doen. Natuurlijk wil ik niet meteen op dag ƩƩn van school gestuurd worden. Maar het moet groot zijn.

Als ik niks doe, dan ben ik binnen een week die zielige jongen uit 1b. De jongen die elke dag door zijn vader naar school wordt gebracht en door zijn moeder wordt opgehaald. Die nooit alleen mag zijn. Die gast met zo’n horloge dat om de paar uur piept omdat er weer medicijnen in gegooid moeten worden.

Dat ga ik niet laten gebeuren.

Chantal vroeg me of ik een stukje voor haar blog kon schrijven om te vertellen hoe ik op het idee kwam voor mijn boek. Elk verhaal in mijn hoofd begint met een stukje werkelijkheid: een artikel dat ik lees in de krant, een gesprek in de trein, een eigen ervaring. Alaska begon op het moment dat ik hoorde over epilepsie-hulphonden.

Toevallig houd ik nogal van honden, en van mij hoeven ze daar niet eens veel voor te doen: een kleine kwispel, een scheve kop en een zachte vacht zijn genoeg. Maar toen ik hoorde over hulphonden, smolt ik helemaal. Honden die niet alleen lief zijn, maar ook het leven van hun baasje totaal veranderen en die hun baasje op allerlei fantastische manieren echt, daadwerkelijk helpen.

Ik wilde schrijven over een epilepsie-hulphond, en dat betekende dat ik ook zou schrijven over een hoofdpersoon met epilepsie. Omdat ik zelf geen ervaring met epilepsie heb, moest ik dus heel veel onderzoek doen. Ik heb eindeloos gegoogled, filmpjes bekeken en heel veel gelezen over epilepsie. Maar het belangrijkste: ik heb gepraat met mensen met epilepsie.

Het gesprek met Corrie en haar hulphond Cisko was onmisbaar voor mijn verhaal. Corrie heeft al twintig jaar epileptische aanvallen. Toen ze haar hulphond Cisko nog niet had, was ze altijd bang voor een aanval. Keer op keer moest ze per ambulance naar het ziekenhuis omdat ze gewond raakte tijdens een aanval. Een operatie was niet mogelijk, medicijnen hielpen niet. En toen kwam Cisko in haar leven. Hij drukte niet alleen met zijn snuit op een alarmknop tijdens een aanval, hij kon veel meer: hij leerde de aanvallen van Corrie te voorspellen. Dat is echt wonderbaarlijk: artsen en apparaten hebben geen idee wanneer er een epileptische aanval aankomt, maar sommige honden voelen zo’n aanval naderen. Geen mens weet hoe ze het doen – of ze iets ruiken of horen of zien of voelen… Maar nu raakt Corrie dus nooit meer gewond. Haar hond waarschuwt haar op tijd, en dan kan ze rustig gaan liggen voordat de aanval begint. Cisko is nu volkomen onmisbaar: Corrie gaat nooit meer zonder hem de deur uit.

Manoah van zeventien vertelde me hoe het is om als middelbare scholier epilepsie te hebben. Hoe het bij haar begon, hoe klasgenoten reageren als je plotseling even ā€˜weg’ bent en hoeveel zorgen ze zich soms maakt over de toekomst. Gelukkig gaat het nu heel goed met haar: ze slikt geen medicijnen meer en heeft haar HAVO-diploma gehaald. Voordat mijn boek uitkwam, heb ik het verhaal aan Manoah laten lezen om haar te vragen of ze de gevoelens en gedachten van hoofdpersoon Sven vond kloppen – en gelukkig vond ze het een superchill verhaal!

Tot slot ging ik op bezoek bij Melanie en haar prachtige hulphond Snow, een witte herder. Melanie kon heel goed vertellen hoe is om te leven met epilepsie en hoe het voelt om een aanval te hebben – in elk geval, het deel dat je je kunt herinneren. Verder had ik ook veel aan het interessante en grappige weblog dat Melanie voor Snow schrijft: http://hulphondsnow.blogspot.nl/

Toen ik genoeg onderzoek had gedaan, ben ik gaan schrijven. Natuurlijk gaat Alaska niet alleen over epilepsie – het gaat over veel meer, omdat elk leven over veel meer gaat. Er zijn zoveel dingen in de wereld waar je bang voor kunt zijn. Dingen ver weg, in je eigen stad, in je familie, of in je eigen lichaam. Wat doe je als je weet dat het elk moment mis kan gaan? Blijf je verder in bed liggen, of ga je de wereld in en hoop je dat er naast de erge ook fantastische dingen gebeuren?

Dat is precies wat hoofdpersonen Sven en Parker zich afvragen. Parker heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug. En Sven wil laten zien dat hij echt niet alleen een zielige jongen met epilepsie is. Samen vertellen ze het verhaal van Alaska.

Meer informatie over mij en mijn boeken vind je op www.annawoltz.nl.

Comentarios


Categoriën

© 2017 LEVEN MET EPILEPSIE

  • Black Facebook Icon
  • Black Twitter Icon
bottom of page